/

/

auteursrechten na de fiscale hervorming

Legal
24 januari 2023

door Elien Verbrugge

Auteursrechten na de fiscale hervorming

De federale regering bereikte net voor de kerstvakantie een akkoord over de hervorming van de auteursrechten. Ook al was er commotie rond de interpretatie van het materiële toepassingsgebied, de initiële teksten werden aangenomen door de Kamercommissie. We geven u hieronder de belangrijkste updates mee.

Auteursrechten na de fiscale hervorming

Er was reeds enige tijd sprake dat de federale regering het toepassingsgebied van de toekenning van auteursrechten wenste in te perken. Dit omdat de regering wil terugkeren naar de oorspronkelijke doelstellingen van de wet. Hieronder geven we een aantal kernpunten van de gewijzigde regeling mee die in werking is getreden sinds 1 januari 2023.

Beperking materieel toepassingsgebied: aard van de inkomsten

Na een dagenlang geschil over de vraag of bepaalde beroepscategorieën uitgesloten kunnen worden voor het gunstregime, werd besloten dat er “geen restrictieve interpretatie” komt van de nieuwe regeling. Het gunstregime sluit dus geen enkele sector uit.

Er wordt wel niet langer verwezen naar titel 6 en 7 van het Wetboek Economisch Recht, die betrekking hebben op computerprogramma's en databanken, waardoor er volgens de minister een beperking is in het toepassingsgebied. Door enkel te verwijzen naar titel 5 van het Wetboek Economisch Recht, wijst dit erop dat de fiscus softwareontwikkeling wellicht niet langer zal beschouwen als een werk van letterkunde of kunst.

Daarnaast werd een exploitatievereiste wettelijk verankerd. In de praktijk kennen we deze voorwaarde wel, maar dit was voordien niet opgenomen in de wet. Dit houdt in dat de overgedragen of in licentie gegeven beschermde werken geëxploiteerd moeten worden. Het is voldoende dat de inkomsten verkregen zijn uit overdracht of licentie "met het oog op" exploitatie of feitelijk gebruik. Het gaat om een intentietoets. Als het naderhand niet wordt geëxploiteerd, kan men alsnog gebruik maken van het fiscale gunstregime.

Beperking personeel toepassingsgebied: statuut van de begunstigden van de inkomsten

De houder van het auteursrecht of van de naburige rechten moet aan een bepaald statuut voldoen om van het nieuw fiscaal regime te kunnen genieten. Ofwel moet hij houder zijn van een “kunstwerkattest”, ofwel moet hij de rechten overdragen of in licentie geven aan een derde “voor mededeling aan het publiek, voor openbare uitvoering of opvoering, of voor reproductie”.

Bij de notie publiek moet het om een “vrij groot aantal personen” gaan. Het moet gaan om groepen van enige omvang en mag niet beperkt zijn tot specifieke individuen die tot een private groep behoren. Daarmee lijkt het erop dat voornamelijk de personen die hun creaties ter beschikking stellen in een één-op-één-context uit de boot vallen.

Invoering van een aantal cumulatieve beperkingen en grensbedragen

De verhouding tussen een klassieke bezoldiging en de uitbetaling in auteursrechten zal verschuiven naar een 70-30 verhouding voor iedereen, waarbij de inkomsten uit auteursrechten dus maximaal 30% bedragen van de totale vergoeding. De overige 70% van de totale vergoeding zal belast worden als beroepsinkomsten. Er is hier een overgangsperiode van twee jaar. Voor aanslagjaar 2024 geldt een 50/50-grens, vanaf aanslagjaar 2025 een 60/40-grens en pas vanaf aanslagjaar 2026 wordt het nieuwe percentage van 30% doorgevoerd.

Het absolute grensbedrag van 37.500 euro voor een behandeling als roerende inkomsten (geïndexeerd 70.220 euro voor aj. 2024) blijft overeind.

In het geval dat uw gemiddeld inkomen van de laatste vier jaar het grensbedrag overschrijdt, dan kunt u niet meer in aanmerking komen voor het fiscaal gunstregime.

Overgangsregime 2023

Voor de inkomsten die niet langer onder het hervormde toepassingsgebied vallen, geldt een kort overgangsregime voor kalenderjaar 2023. In het overgangsjaar wordt het basisbedrag van 37.500 euro gehalveerd, wel nog rekening houdend met indexering.

Daarnaast worden ook de kostenforfaits gehalveerd. 50% en 25% forfaitaire kostenaftrek blijft van toepassing, maar op de helft van de basisbedragen in art. 4, 1° KB/WIB92 (nog te indexeren voor aanslagjaar 2024).

Heeft u hierover vragen? Neem dan zeker contact op met uw dossierverantwoordelijke.