door Lieven Goossens en Laura Van Beethoven
De federale regering bereikte op 24 november 2025 een nieuw begrotingsakkoord. Dit akkoord bevat een reeks sociaaljuridische en fiscale maatregelen met impact op zowel de loonlasten als het hr-beleid van ondernemingen. In dit artikel geven we een overzicht van de belangrijkste aspecten voor werkgevers.
Het akkoord voorziet in de invoering van de centenindex, waarbij:
lonen volledig geïndexeerd worden tot € 4.000 bruto/maand;
en lonen boven deze grens een vaste (centen)aanpassing krijgen in plaats van een procentuele indexering. Werknemers met een bruto maandloon hoger dan € 4.000 ontvangen een loonindexering die enkel berekend wordt op het bedrag tot € 4.000. Concreet betekent dit een verhoging van € 80 (2% van € 4.000). Het loon boven deze grens wordt niet geïndexeerd.
Deze maatregel zal toegepast worden in 2026 en opnieuw in 2028.
Voor werkgevers betekent dit een afgevlakte stijging van hogere lonen, terwijl lage en middenlonen hun klassieke indexering behouden. Dit versterkt de voorspelbaarheid van loonkosten, maar kan intern tot herijking van loonstructuren leiden.
Ook bij pensioenen en uitkeringen wordt een gelijkaardige beperking ingevoerd.
De werkbonus wordt verhoogd, waardoor het minimumloon vanaf april 2026 met € 50 stijgt. Dit versterkt de koopkracht aan de onderkant van de arbeidsmarkt, terwijl de nettoloonstijging niet volledig wordt doorgerekend naar de loonkost voor werkgevers. Ondernemingen zullen wel moeten waken over interne loonevenwichten.
Het begrotingsakkoord introduceert maatregelen om werknemers die ziek zijn sneller opnieuw te laten instromen op de werkvloer. Dit vereist van ondernemingen een actiever en meer gestructureerd verzuimbeleid, met nadruk op opvolging, documentatie en samenwerking met preventiediensten.
Daarnaast zullen sommige bedrijven gedurende vier maanden een solidariteitsbijdrage van 30% van de ziekte- en invaliditeitsuitkering moeten betalen. De opbrengst van deze bijdrage zou wel terugvloeien naar de ondernemingen.
De wettelijke pensioenleeftijd blijft tot en met 2029 vastgesteld op 66 jaar. Vanaf 2030 stijgt dit naar 67 jaar. Het blijft ook mogelijk om vervroegd met pensioen te gaan, maar wie onvoldoende effectief gewerkte jaren kan aantonen, zal in de toekomst een lager pensioenbedrag ontvangen (malus). Die vermindering is het gevolg van het nieuwe bonus-malussysteem, dat werknemers moet aanmoedigen langer actief te blijven. De pensioenbonus (die verkregen wordt indien er langer gewerkt wordt dan de wettelijke pensioenleeftijd) zou normaal al toegepast worden vanaf 1 januari 2026, de malus pas vanaf 2027
Een periode van langdurige ziekte wordt voortaan, net als zorgperiodes, moederschapsrust en tijdelijke werkloosheid, erkend als een gelijkgestelde periode zodat men beschermd blijft tegen de pensioenmalus bij vervroegd pensioen. Op die manier worden werknemers die door omstandigheden tijdelijk uitvallen, toch gevrijwaard in hun pensioenopbouw. Tenslotte wordt het eerste jaar waarin een werknemer na het beëindigen van zijn studies aan de slag gaat, thans ook volledig meegeteld als gewerkt jaar voor de pensioenberekening.
Het vergoeden van werknemers via auteursrechten wordt minder voordelig, aangezien de forfaitaire kostenaftrek zou verdwijnen.
Ondernemingen die intensief gebruikmaken van nacht- of ploegenarbeid (bijvoorbeeld in productie, logistiek of chemie) of die R&D-teams tewerkstellen moeten rekening houden met onderstaande bepalingen.
Het fiscale voordeel blijft bestaan, maar wordt de komende jaren niet langer geïndexeerd.
De vrijstelling blijft dus gehandhaafd op het niveau van 2025.
Doordat het voordeel niet zal meestijgen met de index, zal de relatieve impact van de vrijstelling afnemen naarmate de loonkosten stijgen.
In de praktijk leidt dit tot een geleidelijke erosie van het fiscale voordeel, waardoor ondernemingen hun langetermijnplanning en kostenberekeningen hierop zullen moeten afstemmen. Specifieke operationele keuzes zoals ploegstructuren of R&D-investeringen kunnen hierdoor op termijn anders uitvallen.
De overheid kondigde aan dat er nog verdere concrete richtlijnen volgen. Ondernemingen zullen dus best alert blijven voor bijkomende administratieve of technische verduidelijkingen.
Gezinnen kunnen vanaf volgend jaar rekenen op een extra week geboorteverlof (per gezin).
Het begrotingsakkoord van 24 november 2025 combineert maatregelen die o.a.:
de loonkost beïnvloeden;
de re-integratie van langdurig zieken activeren;
en fiscale voordelen stabiliseren in plaats van laten meegroeien.
Wat te doen als werkgever?
Het wordt cruciaal om:
de financiële impact van de centenindex te simuleren;
het verzuim- en re-integratiebeleid te herorganiseren;
bij vrijstellingen van bedrijfsvoorheffing rekening te houden met het wegvallen van indexering.
Een tijdige voorbereiding helpt ondernemingen om efficiënt, compliant en toekomstgericht te blijven werken in dit gewijzigde sociaaljuridische landschap.
Opgelet: dit akkoord geldt onder voorbehoud van de officiële wetteksten die hierover nog gepubliceerd moeten worden.
Om dit formulier te kunnen versturen moet u het gebruik van technische cookies aanvaarden. Dat kan u hier aanpassen.
Deze cookies worden gebruikt om onderscheid te maken tussen mensen en bots. Bepaalde gegevens, zoals uw IP adres of taal, kunnen hierbij doorgestuurd worden naar Google. Meer info vindt u in onze cookieverklaring.
Lieven Goossens
Team Manager Social Legal lieven.goossens@vdl.be
Laura Van Beethoven
Senior Advisor Social Legal laura.vanbeethoven@vdl.be
Disclaimer
Bij onze adviezen baseren wij ons op de huidige wetgeving, interpretaties en rechtsleer. Dit verhindert niet dat de administratie deze kan betwisten of dat bestaande interpretaties kunnen wijzigen.
Lees onze laatste inzichten en nieuwsberichten om op de hoogte te blijven van veranderingen in jouw sector.