/

/

de erfovereenkomst nader toegelicht

Family & Company
23 juli 2020

De erfovereenkomst nader toegelicht

Ten gevolge van de coronacrisis hebben sommige ouders wellicht noodgedwongen hun kinderen geholpen om deze onverwachtse moeilijke situatie het hoofd te bieden.  Deze goedbedoelde hulp kan echter voor ongelijkheid tussen de kinderen zorgen met daarbij horende familiale spanningen wanneer de ouders komen te overlijden. Via de ‘globale of punctuele erfovereenkomst’ kan er evenwicht gecreëerd worden.

De erfovereenkomst nader toegelicht

Een overeenkomst over een niet opengevallen erfenis is principieel verboden. Dit algemene verbod op erfovereenkomsten vinden we terug in artikel 1100/1 van het Burgerlijk Wetboek. Men kan geen erfkeuze maken omtrent een nalatenschap die nog niet is opengevallen, noch enige verbintenis aangaan of enige overeenkomst sluiten omtrent de attributen van de hoedanigheid van erfgenaam of legataris, tenzij in de gevallen bij de wet bepaald. Dit impliceert dat men in de regel geen erfkeuze kan maken omtrent een niet opengevallen nalatenschap, alsook met betrekking tot het principe of de nadere regels van de inkorting betreffende een toekomstige nalatenschap.  

Ook kan men niet verzaken aan het recht om de niet opengevallen nalatenschap te aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving en de verbintenis om een toekomstige nalatenschap te verwerpen. Evenmin kan men enig beding maken of enige overeenkomst sluiten betreffende de toekomstige nalatenschap van een derde, tenzij in de gevallen bij de wet bepaald. Ook de verdeling van goederen die deel uitmaken van een niet opengevallen nalatenschap van een derde en het verkopen door een persoon van de rechten die hij heeft in de toekomstige nalatenschap van zijn ouder aan bijvoorbeeld een vriend zijn verboden.  Elke erfovereenkomst die niet door de wet is toegelaten is nietig (artikel 1100/3 B.W.). 

Op dit algemene verbod voorziet het Burgerlijke Wetboek echter een aantal uitzonderingen. Deze kunnen in twee types opgedeeld worden, enerzijds de globale erfovereenkomst en anderzijds de zogenaamde punctuele erfovereenkomsten. 

Globale erfovereenkomst

Via het familiepact of de globale erfovereenkomst zoekt één of beide ouders samen met al zijn of haar kinderen en stiefkinderen of andere erfgenamen in rechte neerdalende lijn (klein – of achterkleinkinderen) naar een fair evenwicht. In eerste instantie zullen in het familiepact de persoonlijke situatie van elk kind en alle schenkingen en andere voordelen in kaart gebracht worden. Dit hoeft niet noodzakelijk mathematisch te kloppen en kan subjectief zijn. Het streefdoel is om een overeenkomst op te maken die door alle betrokken partijen aanvaard wordt als ‘fair’.  

Bij het afwegen van de verschillende voordelen, kunnen de partijen niet alleen de formele schenkingen betrekken, maar ook andere “voordelen” die één van de kinderen zou genoten hebben. Veronderstel bijvoorbeeld een koppel dat twee kinderen heeft, waarbij één van beide een dure pilotenopleiding in het buitenland heeft genoten op kosten van de ouders en de andere ter compensatie een schenking van € 100.000 heeft gekregen. Zonder familiepact zou bij het overlijden van de ouders de schenking wel in aanmerking komen voor verrekening op het erfdeel, maar de kosten van de opleiding niet. Via het opnemen in een globale erfovereenkomst kan deze onrechtvaardigheid rechtgezet worden.  Hetzelfde geldt ook voor een vader die bij één van zijn dochters meegewerkt heeft aan de verbouwing van de woning, en de twee andere dochters als compensatie een schenking heeft gedaan.  Bij de verdeling van de nalatenschap worden de schenkingen aan de twee dochters verrekend, maar met de verbouwing bij de derde dochter wordt geen rekening gehouden. Dit zou als onfair beschouwd kunnen worden. 

Eens getekend kan niemand op een later tijdstip nog terugkomen op de gemaakte afspraken. Het sluiten van een dergelijke overeenkomst zorgt voor een definitieve regeling aangezien er bij het overlijden van de ouder geen mogelijkheid meer bestaat tot een vordering tot inbreng of inkorting met betrekking tot de opgelijste giften. Evenmin kan nog een vordering tot benadeling gesteld worden.  Bij het openvallen van de nalatenschap liggen de gemaakte afspraken dus vast. Op die manier beoogt men bij het overlijden van de ouders de lieve vrede te bewaren.

Punctuele erfovereenkomsten

Naast de globale erfovereenkomst, voorziet het Burgerlijk Wetboek ook de mogelijkheid om enkel bepaalde aspecten van de nalatenschap te regelen, via een zogenaamde punctuele erfovereenkomst. In een dergelijke overeenkomst zullen afspraken gemaakt worden met betrekking tot heel specifieke aspecten van een schenking of een erfenis, zonder dat alle erfgenamen noodzakelijkerwijze bij de overeenkomst betrokken worden. 

Enkele mogelijke voorbeelden van punctuele erfovereenkomsten zijn : 

  • Via generation skipping kunnen grootouders een stuk vermogen rechtstreeks doorgeven aan de kleinkinderen. Via een punctuele overeenkomst kunnen de ouders van het begunstigde kleinkind aanvaarden om de schenking op hun erfdeel te laten toekennen bij het overlijden van de schenkende grootouder. De schenking aan het kleinkind zal m.a.w. aangerekend worden op het aandeel van het kind van de grootouder, terwijl die zelf eigenlijk niets ontvangen heeft. Op die manier wordt de gelijkheid gewaarborgd tussen de ouder van het begiftigde kleinkind en de andere kinderen van de grootouders. Het begiftigde (klein)kind zal de schenking in de nalatenschap van de eigen ouders moeten inbrengen. In principe gebeurt de inbreng door mindere ontvangst, in de veronderstelling dat de schenking het erfdeel van de ouder-inbrenger overtreft, zal deze laatste zelfs gehouden zijn tot teruggave van iets wat deze niet heeft verkregen.  Het is hierom belangrijk om deze techniek goed door te denken. Het burgerlijk wetboek werkt met de fictie dat er een dubbele schenking gebeurt is.  In eerste instantie van de grootouder naar zijn kind en daarna door het kind aan zijn eigen kind, zijnde het kleinkind van de grootouder.  Op fiscaal vlak houdt Vlabel enkel rekening met de werkelijke schenking door de grootouder aan het kleinkind voor de berekening van de schenkbelasting. 
  • Een reservataire erfgenaam kan via een punctuele erfovereenkomst afstand doen van zijn recht om inkorting te vorderen van een schenking.  Om de reservataire erfgenamen hun voorbehouden deel te garanderen, zal er bij het overlijden van de erflater een fictieve massa worden samengesteld. De fictieve massa bestaat uit alle goederen die bij het overlijden van de erflater aanwezig waren, na de aftrek van de schulden worden de goederen waarover hij bij schenking onder levenden heeft beschikt, fictief erbij gevoegd. Op basis hiervan zullen het beschikbaar deel en de reserve worden bepaald.  De fictieve massa is de totale waarde van de nalatenschap (erfenis) op de dag van het overlijden en bestaat dus uit twee delen : 
    • Het voorbehouden erfdeel (de zogenaamde reserve) dat onaantastbaar is en wordt voorbehouden voor de reservataire erfgenamen.
    • Het beschikbaar erfdeel, het deel van het vermogen waarover vrij beschikt kan worden.

Ongeacht het aantal kinderen bedraagt de reserve van de kinderen de helft van de nalatenschap.  De reserve van de echtgenoot bestaat uit het vruchtgebruik op de helft van de nalatenschap, met minimum het vruchtgebruik op de gezinswoning.  Kinderen kunnen sinds het erfrecht van 1/9/2018 hun erfdeel zo veel als mogelijk vrij van vruchtgebruik van de langstlevende echtgenoot krijgen. 

Voor een familie geconfronteerd met een kind met beperking kan een erfovereenkomst voor gemoedsrust zorgen. 

Een ander voorbeeld : kinderen van de erflater gaan akkoord met een schenking ten voordele van een stiefkind waarbij ze definitief verzaken aan hun recht op inkorting.

  • De kwalificatie van de schenking kan via een overeenkomst gewijzigd worden indien deze bijvoorbeeld oorspronkelijk aan inbreng onderworpen was naar een schenking vrijgesteld van inbreng, en omgekeerd.
  •  De aanvaarding van een intrinsieke waarde van de schenking door de andere erfgenamen.  Sinds het nieuwe erfrecht van 1/9/2018 die van toepassing is op alle nalatenschappen die sinds die dag openvallen werden de inbrengregels voor roerend en onroerend goed gelijkgetrokken. De inbreng gebeurt altijd in waarde en ongeacht de aard van de goederen.  De waarde is de intrinsieke waarde van de geschonken goederen op de dag van de schenking, geïndexeerd tot op de dag van het overlijden. Enkel bij schenkingen met voorbehoud van vruchtgebruik  (of met een vervreemdingsverbod of voorbehoud van een recht van bewoning) gebeurt de inbreng aan de waarde op het moment dat het vruchtgebruik eindigt door overlijden of afstand. De wetgever beoogt hiermee dat de begiftigde zelf verantwoordelijk is voor eventuele waardeschommelingen van het geschonken goed. Dit is echter slechts mogelijk indien de begiftigde het recht heeft om te beschikken over de volle eigendom van het geschonken goed. Via de akte of overeenkomst wordt de waarde tussen schenker en begiftigde vastgelegd. Ook de andere wettelijke erfgenamen kunnen de waarde expliciet aanvaarden. Dit kan ook  zinvol zijn voor schenkingen van goederen waarvan de waarde moeilijk te bepalen is, zoals bijvoorbeeld een kunstwerk. 
  • In de regelingsakte voorafgaand aan de echtscheiding door onderlinge toestemming kunnen de echtgenoten vaststellen wat zij zijn overeengekomen met betrekking tot hun wederzijdse erf- en reserveaanspraken mocht één van de partners overlijden tijdens de echtscheidingsprocedure. 

Formaliteitsvoorwaarden

Erfovereenkomsten zijn onderworpen aan strenge vormvoorwaarden om te vermijden dat het sluiten van dergelijke overeenkomsten lichtzinnig zou gebeuren.

Deel dit artikel

Disclaimer
Bij onze adviezen baseren wij ons op de huidige wetgeving, interpretaties en rechtsleer. Dit verhindert niet dat de administratie deze kan betwisten of dat bestaande interpretaties kunnen wijzigen.


Nieuws en inzichten

Lees onze laatste inzichten en nieuwsberichten om op de hoogte te blijven van veranderingen in jouw sector.