Toepassingsgebied
Enkel de verhuur van gebouwen waarvan de btw op de oprichtingswerken opeisbaar is geworden na 1 oktober 2018, zal onderworpen kunnen worden aan btw. Hierbij zal specifiek rekening gehouden worden met de materiële oprichtingswerken en dus niet met de kosten van architecten, landmeters, veiligheidsexperts, voorstudies, huur van machines, afbraakwerken en werken die betrekking hebben op de grond. De effectieve verhuur van de gebouwen zal pas onderworpen kunnen worden aan de btw vanaf 1 januari 2019.
Wat de verhuur betreft van gebouwen die worden aangewend als opslagruimte, zullen ook reeds bestaande onroerende goederen van de nieuwe regeling kunnen genieten. Zo blijven lopende overeenkomsten met meer dan 90 procent opslagruimte ook na 1 januari 2019 nog aan de btw onderworpen en dit tot het einde van de overeenkomst. Voor de daaropvolgende overeenkomst zullen verhuurder en huurder samen moeten opteren.
Voor lopende overeenkomsten waarbij de opslagruimte tussen 50 en 90 procent bedraagt, zullen de partijen ervoor kunnen opteren om de overeenkomst vanaf 1 januari 2019 aan btw te onderwerpen.