Files bestrijden via een mobiliteitsvergoeding of mobiliteitsbudget

Mobiliteitsvergoeding of ‘cash for car’
Wat is het?
Sinds 1 januari 2018 kunnen werknemers hun bedrijfswagen inruilen tegen een mobiliteitsvergoeding die zij netto ontvangen. Hiervoor moet voldaan worden aan bepaalde wettelijke voorwaarden. De inwerkingtreding van deze ‘cash for car’-regeling werd op 15 maart 2018 door de Kamer goedgekeurd en slaat op het wetsontwerp van 15 december 2017 betreffende de invoering van een mobiliteitsvergoeding.
De werkgever kan zelf beslissen of hij het systeem van mobiliteitsvergoeding wil invoeren, evenals voor welke werknemerscategorieën dit systeem van toepassing is. Een eerste voorwaarde is dat er sinds minstens 36 ononderbroken maanden bedrijfswagens ter beschikking worden gesteld in de onderneming. Daarnaast zal een werknemer pas in aanmerking komen als hij van de 36 maanden voorafgaande aan zijn aanvraag minstens 12 maanden ononderbroken over een bedrijfswagen beschikte, waarvan minstens 3 maanden voorafgaand aan de aanvraag zelf moeten zijn. Ten slotte mogen de bedrijfswagens niet geheel of gedeeltelijk gefinancierd geweest zijn door inlevering van brutoloon.
Indien de betrokken werknemers hun bedrijfswagen willen inruilen tegen een mobiliteitsvergoeding, moeten zij een schriftelijke aanvraag indienen bij hun werkgever. Na goedkeuring van deze aanvraag, zal de werknemer een mobiliteitsvergoeding ontvangen die berekend wordt op basis van de cataloguswaarde van de ingeleverde bedrijfswagen. Het jaarlijkse bruto bedrag is gelijk aan 20 procent van 6/7de van de cataloguswaarde van de wagen (exclusief kortingen, maar inclusief btw en opties). Het percentage van 20 procent wordt bovendien verhoogd naar 24 procent indien de werknemer ook een tankkaart had.
Fiscale en sociaalrechtelijke behandeling
Fiscaal gezien wordt de mobiliteitsvergoeding slechts belast ten belope van 4 procent van de berekeningsbasis van de vergoeding. Hier wordt echter rekening gehouden met een wettelijk minimum van 1.300 euro (index voor aanslagjaar 2019). De werknemer kan dan geen aanspraak meer maken op vrijstellingen voor woon-werkverkeer. De mobiliteitsvergoeding moet namelijk de vervoerskosten van de werknemer dekken. Op vlak van vennootschapsbelasting zijn de solidariteitsbijdrage en 75 procent van de mobiliteitsvergoeding aftrekbaar. Op vlak van sociale zekerheid wordt de mobiliteitsvergoeding niet als loon beschouwd, waardoor de werkgever enkel een solidariteitsbijdrage moet betalen.
De grootste kritiek op het systeem van de mobiliteitsvergoeding is van praktische aard. De werknemer zal immers een netto vergoeding ontvangen die hij vrij kan besteden en die zijn vervoerskosten moeten dekken. Niets belet de werknemer trouwens om opnieuw een wagen aan te kopen, waardoor de fileproblematiek niet wordt opgelost.
Mobiliteitsbudget
Wat is het?
Een alternatief voor de mobiliteitsvergoeding, is het systeem van het mobiliteitsbudget. De toekenning van een mobiliteitsbudget is momenteel nog niet mogelijk omdat er nog maar recentelijk een wetsvoorstel werd ingediend. Het mobiliteitsbudget verschilt aanzienlijk van de mobiliteitsvergoeding. Bij het mobiliteitsbudget krijgt de werknemer immers een budget ter beschikking om zijn mobiliteit te organiseren, terwijl hij bij de mobiliteitsvergoeding zijn bedrijfswagen simpelweg inruilt voor een netto vergoeding (‘cash for car’).
Indien het wetsvoorstel wet wordt, mag de werkgever beslissen wanneer en onder welke voorwaarden het mobiliteitsbudget wordt toegekend. Het mobiliteitsbudget mag enkel toegekend worden aan werknemers die daadwerkelijk over een bedrijfswagen beschikken of die hiervoor in aanmerking komen. Belangrijk is dat de werkgever het mobiliteitsbudget niet mag invoeren ter vervanging of omzetting van loon, premies, voordelen in nature of enig andere aanvulling hierop. Daarnaast mag het mobiliteitsbudget niet toegekend worden wanneer een bedrijfswagen in het verleden werd toegekend ter vervanging of omzetting van loon, premies, voordelen in natura of enige aanvulling hierop.
Het mobiliteitsbudget kan toegekend worden aan de werknemer zolang die volgens de bedrijfspolicy recht heeft op een bedrijfswagen. Het bedrag van het mobiliteitsbudget stemt in principe overeen met de kosten van de werkgever (inclusief fiscale en parafiscale lasten) voor de financiering van de bedrijfswagen waarvan de werknemer afziet. De werkgever kan echter ook voorzien in een forfaitair en per functiecategorie vastgesteld bedrag in de car policy. Een eventuele persoonlijke bijdrage van de werknemer wordt afgetrokken van het mobiliteitsbudget. Het budget kan beheerd worden door de werkgever zelf of kan via één of meerdere periodieke stortingen op de mobiliteitsrekening van de werknemer gestort worden.
De werkgever moet de werknemer inlichten over de regels voor de berekening van het mobiliteitsbudget en over het bedrag. De werknemer zal er vervolgens voor kunnen opteren om het mobiliteitsbudget al dan niet te aanvaarden. Het mobiliteitsbudget kan vervolgens aangewend worden om een kleinere milieuvriendelijke bedrijfswagen te financieren met een waarde die lager is dan deze waar hij aanspraak op maakt. Het overgebleven saldo kan de werknemer vervolgens gebruiken om duurzame vervoersmiddelen te financieren. Het deel dat de werknemer niet gebruikt, zal eenmaal per jaar op zijn rekening gestort worden. Daarnaast kan de werknemer het budget ook aanwenden voor andere milieuvriendelijke mobiliteitsoplossingen (zoals bv. een treinabonnement en laptop voor telewerk, een busabonnement en fiets, etc.)
Fiscale en sociaalrechtelijke behandeling
Fiscaal gezien wordt het belastbaar voordeel vastgesteld tegen 35 procent van het saldo van het mobiliteitsbudget dat ter beschikking werd gesteld van de werknemer, met aftrek van het bedrag dat diende voor het aankopen van een persoonlijk openbaarvervoersabonnement, en met aftrek van het voordeel verbonden aan het privégebruik van een fiets. Deze bijdrage zal opgetrokken worden naar 60 procent indien de werknemer niet kan aantonen dat hij minimum 500 euro besteed heeft aan de financiering van duurzame vervoersmiddelen (fietsvergoeding, bedrijfsfiets, systeem van deelfietsen, etc.). Op vlak van sociale zekerheid wordt de mobiliteitsvergoeding niet als loon beschouwd, waardoor de werkgever enkel een solidariteitsbijdrage moet betalen. Er zijn wel sociale bijdragen verschuldigd op het saldo van het mobiliteitsbudget dat uitbetaald wordt aan de werknemer.
Interessant voor uw onderneming?
Beide regelingen vormen een interessant gegeven voor zowel de werknemer als de werkgever, al blijft de vraag in welke mate de fileproblematiek zal afnemen. Werknemers zullen immers vrij kunnen beslissen hoe zij deze systemen willen aanwenden. Er staat de werknemer dan ook niets in de weg om alsnog te opteren voor een wagen.
Wilt u graag weten wat de invloed bij invoering van een van deze systemen kan zijn op uw onderneming? Dan maken wij graag de noodzakelijke berekeningen. Wij kunnen u tevens bijstaan bij de invoering van een mobiliteitsvergoeding en in het (toekomstig) mobiliteitsbudget.
Bij onze adviezen baseren wij ons op de huidige wetgeving, interpretaties en rechtsleer. Dit verhindert niet dat de administratie deze kan betwisten of dat bestaande interpretaties kunnen wijzigen.

