/

/

update | dit zijn de fiscale gevolgen van het zomerakkoord

01 augustus 2017

door Els Van Eenhooge en Dries Torreele

UPDATE | Dit zijn de fiscale gevolgen van het zomerakkoord

Zomerakkoord: dit zijn de fiscale gevolgen
Vorige week kon de regering Michel na lang onderhandelen eindelijk een begrotingsakkoord sluiten. De eerste minister legde zoals traditiegetrouw de nadruk op investeringen in de economie: jobs, competitiviteit en koopkracht. Het werd duidelijk dat fiscaliteit hierin opnieuw een belangrijke rol speelt. Vooral de langverwachte hervorming van de vennootschapsbelasting zal een impact hebben op onze ondernemingen. Wij zetten de aangekondigde maatregelen van het zomerakkoord voor u op een rij.

Tarief


Voor kmo's die genieten van het verlaagd opklimmend tarief (namelijk 24,98 procent op de eerste schijf van 25.000 euro, 31,93 procent tussen 25.000 euro en 90.000 euro en 35,54 procent boven de 90.000 euro) zou het tarief in de vennootschapsbelasting in 2018 verminderen tot 20,4 procent (20 procent + 2 procent crisisbijdrage) op de eerste 100.000 euro en tot 20 procent (zonder crisisbijdrage) in 2020. Om van dit tarief te kunnen genieten moet de vennootschap in het vervolg dus ook aan de kmo-voorwaarden cf. art 15 § 1 t.e.m. 6 voldoen.

Het gewone tarief van 33,99 procent (33 procent + 3 procent crisisbijdrage) zou in 2018 dalen tot 29,58 procent (29 procent + 2 procent crisisbijdrage) en zou in 2020 verder dalen tot 25 procent (zonder crisisbijdrage).

Bedrijfsleidersbezoldiging


Eén van de voorwaarden om op vandaag gebruik te kunnen maken van het verlaagd opklimmend tarief is de minimale bedrijfsleidersbezoldiging van 36.000 euro die door de vennootschap moet worden toegekend. Dit bedrag zou vanaf 2018 worden verhoogd tot 45.000 euro of, indien de belastbare winst lager is dan dit bedrag, tot dit lager bedrag.

Daarnaast zou, indien een bedrijfsleidersbezoldiging wordt toegekend die lager is dan het minimumbedrag, elke vennootschap vanaf 2018 nog 'beboet' worden met een bijzondere aanslag van 10 procent. Die 10 procent is dan verschuldigd op het tekort.

Minimumbelasting


Ter compensatie van de lagere tarieven in de vennootschapsbelasting zou er een minimumbelasting worden geïntroduceerd voor vennootschappen met een winst hoger dan 1.000.000 euro.

Deze vennootschappen zouden op 30 procent van die winst het nieuwe basistarief aan vennootschapsbelasting moeten betalen. Concreet leidt dit vanaf 2020 tot een minimumbelasting van 7,5 procent (30 x 25 procent) of 8,87 procent (30 procent x 29,58 procent) in 2018 en 2019.

Notionele interestaftrek


De aftrek voor risicokapitaal die het vennootschappen mogelijk maakt een bepaalde (sterk gedaalde) fiscale aftrek te genieten, berekend op hun eigen vermogen, zal nog verder worden afgezwakt.

Vanaf 2018 zou de aftrek berekend worden op basis van de aangroei van het eigen vermogen (bv. na kapitaalverhoging of de aangroei van reserves) en zou deze worden uitgespreid over een periode van 5 jaar. Wanneer een onderneming dus in een bepaald jaar 200.000 euro aangroei van reserves heeft (en de rest van het eigen vermogen onaangeroerd blijft), dan zal de volgende 5 jaar telkens een notionele interestaftrek worden toegestaan op een bedrag van 40.000 euro.

Investeringsaftrek


De eenmalige investeringsaftrek voor kmo's van 8 procent (die ook van toepassing is op eenmanszaken en vrije beroepen) zou tijdelijk worden verhoogd tot 20 procent. De eenmalige investeringsaftrek voor een bepaalde investering is niet te combineren met de notionele interestaftrek voor het betrokken investeringsjaar. De verdere afbouw van de notionele interestaftrek en de verhoging van het tarief van de eenmalige investeringsaftrek tot 20 procent is dus een extra trigger om van deze aftrek gebruik te maken.

Meerwaarden op aandelen


De participatievoorwaarde om gebruik te kunnen maken van de DBI-aftrek (definitief belaste inkomsten) zal vanaf 2018 ook vervuld moeten worden om van de vrijstelling van meerwaarden op aandelen te kunnen genieten.

Concreet zal een vennootschap dus een minimumparticipatie van 10 procent (of met een aanschaffingswaarde van minstens 2.500.000 euro) moeten aanhouden om meerwaarden op aandelen te kunnen vrijstellen in de vennootschapsbelasting.

Anderzijds wordt het tarief van 0,412 procent voor meerwaarden gerealiseerd door grote vennootschappen opnieuw afgeschaft. Deze afzonderlijke taks was in werking getreden vanaf aanslagjaar 2014 en was in principe een eerste algemene breuk in het vrijstellingsregime van meerwaarden op aandelen.

Kapitaalvermindering


Wanneer de algemene vergadering van een vennootschap besluit over te gaan tot een kapitaalvermindering (volledig aan te rekenen op het fiscaal gestort kapitaal), dan kan dit op vandaag zonder verschuldigde roerende voorheffing.

Vanaf 2018 zou men bij een kapitaalvermindering rekening moeten houden met het aandeel van de belaste reserves in kapitaal alsook de belaste reserves die niet geïncorporeerd zijn in het kapitaal. De aanrekening van de kapitaalvermindering zou pro rata ook betrekking kunnen hebben op de belaste reserves en aldus voor dat gedeelte onderworpen moeten worden aan de roerende voorheffing.

Voorafbetalingen


Het verrichten van voorafbetalingen wordt verder gestimuleerd door de vermeerdering toch op te leggen als het uiteindelijke bedrag lager is dan 0,5 procent van de belasting of nominaal lager is dan 50 euro. De rentevoet om het percentage van de belastingvermeerdering te berekenen wordt daarenboven verhoogd van 1 procent naar 3 procent.

Aftrek vooruitbetaalde kosten/voorzieningen


Fiscaal kunnen kosten in aftrek worden gebracht tijdens het belastbaar tijdperk waarin de kosten effectief zijn betaald of gedragen, en dit zonder dat daarbij een link is naar het tijdstip waarop deze uitgaven effectief gebruikt of aangewend (annualiteitsbeginsel) zullen worden. Boekhoudkundig moeten kosten die betrekking hebben op een volgend jaar echter verplicht worden overgedragen naar het betreffende jaar.

Vanaf 2018 zou dit boekhoudkundig principe ook fiscaal moeten worden toegepast. Dit heeft tot gevolg dat vooruitbetaalde kosten slechts aftrekbaar zullen zijn voor het gedeelte dat effectief betrekking heeft op het huidige jaar.

Ook wat voorzieningen voor risico's en kosten betreft zal de aftrek enkel nog fiscaal aanvaard worden wanneer deze verplichting definitief vaststaat op balansdatum. Verder zouden voorzieningen die aangelegd werden tijdens het hogere tarief niet teruggenomen kunnen worden met toepassing van het lagere tarief.

Inschakelingsbedrijven


De fiscale vrijstelling van winsten waarvan inschakelingsbedrijven gebruik maken (onafhankelijk van het aantal werknemers dat in aanmerking komt), zou worden aangepast in die zin dat nog slechts een bepaald bedrag vrijgesteld zou kunnen worden per werknemer die in aanmerking komt.

Belastingvrije meerwaarden


Ondernemingen die belastingvrije reserves hebben gevormd wanneer het belastingtarief van 33,99 procent van toepassing was (is), zouden in de toekomst extra kunnen genieten van het verlaagde tarief in de vennootschapsbelasting. Op die manier kunnen winsten die gerealiseerd werden tijdens een belastbaar tijdperk waarin het hoog tarief nog van toepassing was, later tegen een lager tarief omgezet worden naar de belaste reserves.

Wat de belastingvrije meerwaarden betreft waarvoor de vennootschap een herbeleggingsengagement heeft aangegaan, zal die belastingvrije reserve alsnog belast worden aan het oude tarief indien de vennootschap niet tijdig zou herbeleggen.

Fiscale controle


Wordt u vanaf 2018 geconfronteerd met een fiscale controle die tot een verhoging van de te belasten inkomsten leidt, dan zou het niet meer mogelijk zijn deze winstverhoging af te zetten tegen bv. overgedragen verliezen of andere fiscale aftrekken. Een verhoging van de belastbare basis n.a.v. een controle zou dus effectief leiden tot verschuldigde belasting voor het betrokken aanslagjaar.

Andere maatregelen in de vennootschapsbelasting


Vanaf 2020 zouden, naast de verdere verlaging van het tarief in de vennootschapsbelasting, nog tal van compenserende maatregelen genomen worden zoals o.a. een mogelijkheid om vrijgestelde reserves om te zetten in belaste reserves tegen een lager tarief, de introductie van de fiscale consolidatie, beperking van aftrekbaarheid van verliezen van buitenlandse inrichtingen, afschaffing degressieve afschrijvingen, aftrekbeperkingen van tal van uitgaven, etc...

Personenbelasting

Eenmanszaken
Ook eenmanszaken zouden in de toekomst de autokosten moeten beperken. Daarbij zouden ze rekening moeten houden met de CO2-uitstoot van de wagen, dit in tegenstelling tot de huidige dubbele beperking van enerzijds 75 procent en anderzijds het percentage beroepsmatig gebruik.

Verder zou het kostenforfait gelijkgesteld worden met dat van werknemers en zou de belasting op de stopzettingsmeerwaarden verminderen.

Vrijstelling spaarboekje/vrijstelling dividenden/pensioensparen
De vrijstelling van roerende voorheffing op de eerste 1.880 euro interesten van een gereglementeerd spaarboekje wordt verlaagd tot 940 euro. Daartegenover staat een nieuwe vrijstelling van roerende voorheffing op dividenden op aandelen voor de eerste schijf van 627 euro.

Wat betreft pensioensparen blijft de aftrek in de personenbelasting van 30 procent mogelijk voor een spaarbedrag tot 940 euro. Daarnaast wordt ook de mogelijkheid geboden om tot een bedrag van 1.200 euro een aftrek van 25 procent te genieten.

Taks op effectenrekeningen
Een belasting op het vermogen kon niet vermeden worden. Er zou een jaarlijkse belasting van 0,15 procent worden ingevoerd op effectenrekeningen met een waarde van meer dan 500.000 euro. Concreet zou dit aanzien kunnen worden als een eerste stap richting het fel gecontesteerde vermogenskadaster waarbij aan de administratie kenbaar zal gemaakt moeten worden over welk kapitaal men als belegger beschikt.

Het lijdt geen twijfel dat een aantal van deze fiscale maatregelen een niet te onderschatten impact zullen hebben op onze ondernemingen. Over de concrete wettelijke invulling van de aangekondigde maatregelen én de concrete compenserende maatregelen (de wijzigingen zouden immers budgetneutraal zijn) bestaan echter nog heel wat onzekerheden die ongetwijfeld de komende weken verder uitgeklaard zullen worden.

Vandelanotte volgt deze ontwikkelingen voor u op de voet. Mocht u ondertussen reeds vragen hebben, aarzel dan niet om één van onze specialisten te contacteren via contact@vdl.be.

Deel dit artikel

Els Van Eenhooge

Senior Manager Tax els.vaneenhooge@vdl.be

Dries Torreele

Senior Manager Tax dries.torreele@vdl.be

Disclaimer
Bij onze adviezen baseren wij ons op de huidige wetgeving, interpretaties en rechtsleer. Dit verhindert niet dat de administratie deze kan betwisten of dat bestaande interpretaties kunnen wijzigen.